Nieuws
‘Ik drop hier wel ergens’
04/11/2025
Het gaat niet altijd precies zoals je wilt tijdens een rondje op de golfbaan. Met regelmaat raak je een bal kwijt of ben je in een onmogelijke positie terecht gekomen.
Gelukkig bieden de golfregels dan altijd wel een mogelijkheid om verder te gaan door een bal te ‘droppen’. “Ik drop hier wel ergens….” is een veelgehoorde uitspraak daarbij. Hier ergens is helaas vaak de verkeerde plaats. Als we het spelletje volgens de regels spelen levert de volgende slag dan meteen 2 strafslagen op.
In dit stukje behandelen we een aantal situaties waarin je ‘gratis’ mag droppen; dus zonder strafslag. We gaan het hebben over het ontwijken van ‘abnormale baanomstandigheden’. Dat zijn: - door dieren gemaakt gaten - grond in bewerking (ground under repair; GUR) - vaste obstakels, waaronder verharde paden - tijdelijk water Deze omstandigheden mag je zonder strafslag ontwijken; niet alleen als je bal hier in of op ligt, maar ook als je met je stand (voeten) of swing hierdoor gehinderd wordt.
REFERENTIEPUNT Uitgangspunt om de juiste plaats voor het droppen te bepalen is het referentiepunt. Dat is de dichtstbijzijnde plek waar je – als je bal daar zou liggen – geen last meer hebt van de belemmering die je wilt ontwijken. Dat houdt in: geen last met je stand (voeten) én geen last met je swing.
Als voorbeeld, het ontwijken van ligging of stand op een verhard pad: Je gaat staan zodat je het pad niet meer raakt en je adresseert de stok waarmee je wilt gaan slaan. De plek waar je de stok adresseert (op de grond zet) is het referentiepunt. Vanaf daar heb je een stoklengte (je driver) om een dropzone te maken. Maar: dat alles nooit dichter bij de vlag.
Het ontwijken kan vaak aan meerdere kanten; naar links, naar rechts of erachter (niet ervoor; nooit dichter bij de hole). Ook in dat geval is er maar 1 referentiepunt; namelijk dat punt wat het dichtste bij de oorspronkelijke ligging van de bal is.
In het plaatje twee voorbeelden voor een rechtshandige speler: Met de bal op positie B1 vormt het pad een belemmering voor de ligging van de bal. Vanaf punt P1 heb je zowel voor je stand als voor de ligging geen last meer van het pad. Dat punt is het referentiepunt vanaf waar je met je driver een dropzone kan maken. Met een bal op positie B2 ligt de bal weliswaar niet op het pad, maar heb je met je stand wel last van het pad. Ook die situatie mag je dus ontwijken. Het referentiepunt bepaal je dan door naast het pad te gaan staan en je stok te adresseren. Dat is P2; het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering voor (in dit geval) je stand op het pad.
Voor een linkshandige speler zou een ligging op positie B2 overigens niet ontweken mogen worden; immers die speler heeft geen belemmering van het pad.
NEAREST POINT, not NICEST! Het referentiepunt, ook vaak het ‘nearest point of relief’ genoemd is niet altijd het ‘nicest point of relief’. Stel dat op de dropzone bij P2 een grote struik staat, of hoog gras groeit, dan is dit nog steeds de enige juiste dropzone.
Goed om te weten: als je gebruik maakt van de mogelijkheid om iets te ontwijken, dan moet je dat volledig doen; dus met zowel stand, ligging als swing. Als voorbeeld: de bal vlak naast het pad droppen, maar met je voeten op het pad blijven staan is niet toegestaan. Ontwijken moet in dit geval volledig; dus ook met je stand.
Soms is het dus beter om de bal te spelen zoals hij ligt, of de bal onspeelbaar te verklaren (met bijtelling van een strafslag). De bal aan de andere kant van het pad (het nicest point) droppen is sowieso niet volgens de regels. Onvolledig ontwijken of verkeerd ontwijken leidt tot spelen van de verkeerde plaats; dat levert je 2 strafslagen op.
Staat er in de dropzone een ander vast obstakel in de weg? Dat hoeft geen probleem te zijn. Na het droppen kun je met dezelfde procedure ook dat obstakel ontwijken. Dikke kans dat je bal daarna nog beter ligt!
SOMS ZIT HET MEE; SOMS ZIT HET TEGEN. Droppen is dus niet vrijblijvend en levert niet altijd het gewenste resultaat op. Maar er zijn ook omstandigheden waarbij je flink voordeel kunt halen. Denk aan beroerde ligging, net niet in een hindernis. Als dan een rood of geel paaltje (op Hitland vaste obstakels) jouw backswing hindert, mag je ‘gratis’ droppen op een afstand waar het paaltje jouw swing niet meer hindert (het referentiepunt) + de lengte van jou driver.
Een ander voorbeeld van een geluk bij een ongeluk zie je op de foto van hole 7. De bal ligt daar lastig achter de boom. Om de bal te spelen moet je op het pad staan en mag je het pad dus ontwijken. Het referentiepunt is in dit geval – niet dichter bij de hole - aan de andere kant van het pad. Vanaf dat punt kun je een dropzone maken van een stoklengte, waardoor je opeens geen last meer hebt van de boom. Goede kennis van de golfregels levert soms onverwachte voordelen op!
VRAAG HET DE H&R-COMMISSIE Heb je zelf vragen over een situatie die je onlangs meegemaakt hebt, maar waarbij je twijfelde over de juiste toepassing van de golfregels? Stel die vraag dan (mail naar het secretariaat), dan behandelen we die vraag in ons volgende artikel.
Sjaak Verburg
Volgende keer: ‘HELP, MIJN BAL LIGT IN DE HINDERNIS’
